Box 3

Verhoging forfait overige bezittingen en verlagen heffingsvrij vermogen

  • Het forfait voor overige bezittingen stijgt van 5,88% naar 7,78%.
  • Het heffingsvrij vermogen wordt verlaagd van € 57.684 naar € 51.396.

 

Tip:

Heb je vermogen in box 3? Neem dan tijdig contact op om jouw positie te bekijken en na te gaan

welke mogelijkheden er nog zijn om de belastingdruk te beperken.

 

Aangepaste leegwaarderatio in familieverhoudingen

Per 1 januari 2026 wordt de leegwaarderatioregeling aangepast om misbruik te voorkomen.

 

Daarmee wordt voorkomen dat gelieerde partijen, zoals ouders en kinderen, via onzakelijke huren de waarde kunstmatig verlagen en zo onderling voor een te lage prijs kunnen verkopen. Daarom worden zij uitgesloten van het gebruik van de leegwaarderatio als sprake is van onzakelijk handelen.

 

Verlaging vrijstelling groene beleggingen in 2027

Er wordt voorgesteld de vrijstelling voor groene beleggingen te verlagen en de inwerkingtreding van het afschaffen van zowel de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3 als de heffingskorting voor groene beleggingen te wijzigen van 1 januari 2027 naar 1 januari 2028.

Algemeen woningtarief overdrachtsbelasting 8% (per 1 januari 2026)

Het tarief in de overdrachtsbelasting voor woningen wordt verlaagd van 10,4% naar 8%. Voor woningen die als hoofdverblijf dienen blijft het verlaagde tarief van 2% of de startersvrijstelling (2026 tot € 555.000) van toepassing.

 

Tip:

Wacht met de verkrijging van een woning/geen hoofdverblijf tot na 1 januari 2026 om 2,4% overdrachtsbelasting te besparen.

Extra heffing auto van de zaak vanaf 2027

Benzine- en dieselauto’s die werkgevers per 1 januari 2027 nieuw ter beschikking stellen aan werknemers, die ook privé worden gereden (let op: woon-werkverkeer is ook privé), leiden tot extra belastingheffing bij de werkgever.

 

De belasting wordt geheven over de cataloguswaarde van de auto die aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld. Het tarief dat wordt gehanteerd is 12% van de cataloguswaarde.

 

Concreet: Voor een auto met een cataloguswaarde van € 40.000 is er dus sprake van een extra heffing bij de werkgever van € 4.800 per jaar (€ 40.000 × 12%). De eindheffing komt bovenop de reguliere loonbelasting en sociale premies. De werkgever mag deze extra lasten niet doorbelasten aan zijn werknemer.

 

Let op: Ook een DGA die via zijn B.V. in een auto van de zaak rijdt, krijgt hiermee te maken.

 

Voor reeds ter beschikking gestelde auto’s geldt een overgangsregeling tot 2030.

Verhoging bijtelling elektrische auto’s

In de afgelopen jaren is de fiscale stimulering van de volledig elektrische auto stapsgewijs afgebouwd. In 2025 bedraagt de bijtelling 17% over de eerste € 30.000 en 22% over het meerdere. Vanaf 2026 bedraagt de bijtelling 22% waardoor er geen onderscheid meer is met een brandstofauto.

Verduidelijking fietsregeling

Als door de werkgever een fiets ter beschikking wordt gesteld aan een werknemer en die fiets ook voor privédoeleinden of woon-werkverkeer mag worden gebruikt, dan wordt voor de loonheffingen een voordeel in aanmerking genomen (7% bijtelling). De regeling wordt verduidelijkt zodat deelfietsen, dienstfietsen en hubfietsen die voor zakelijke doeleinden worden gebruikt buiten de bijtelling vallen.

Actualiseren verwijzing naar SBI-codes

In het eerste weekend van september heeft de KVK de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) gewijzigd. Een verkeerde registratie kan leiden tot gemiste opdrachten, subsidies of zelfs boetes. De wijzigingen zijn ingrijpend: sommige codes zijn helemaal veranderd.

 

Tip:

Controleer of je nog met de juiste SBI staat ingeschreven.

BOR

Het kabinet heeft eerder al diverse aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting en de doorschuifregeling van de box 2-claim in de inkomstenbelasting aangekondigd. Met ingang van 1 januari 2026 zullen de volgende wijzigingen in werking treden:

 

  1. Versoepeling bezits- en voortzettingseis: De bezitseis houdt in dat de onderneming voor schenking minimaal vijf jaar in bezit moet zijn geweest van de schenker (één jaar bij overlijden). De voortzettingseis houdt in dat de verkrijger de onderneming na verkrijging nog minimaal drie jaar moet voortzetten. Door deze wijziging wordt de mogelijkheid tot herstructureren binnen deze termijnen versoepeld.
  2. Aanpassing definitie preferente aandelen: Preferente aandelen kwalificeren in principe niet voor de BOR. In de wet worden preferente aandelen nu nader gedefinieerd. Let op: Het vormen van letteraandelen om een eigen dividendbeleid mogelijk te maken bij meerdere aandeelhouders, kan hierdoor worden bemoeilijkt.
  3. Aanpak rollatorinvesteringen: Voor erflaters en schenkers die meer dan twee jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd een onderneming starten, gaat een langere bezitstermijn gelden.
  4. Aanpak dubbel-BOR: Constructies om meerdere keren van de BOR gebruik te maken, worden aangepakt.
  5. Saldering in privé gehouden panden en schulden: Een door een schenker vanuit privé aan de onderneming ter beschikking gesteld pand, kan ook kwalificeren voor de BOR. Als het pand is gefinancierd, wordt de schuld echter niet meegenomen voor de berekening van de hoogte van de BOR-vrijstelling. Vanaf 2026 wordt de BOR-vrijstelling berekend over het saldo van de waarde van het pand en de daarop betrekking hebbende schuld waardoor veelal een lagere vrijstelling wordt toegekend.
  6. Beperking tot gewone aandelen van minimaal 5%: De BOR is alleen nog van toepassing
    op gewone aandelen, van minimaal 5%.

 

Tip:

Bedrijfsoverdracht aan de kinderen is nog steeds fiscaal erg aantrekkelijk. Overweeg je een bedrijfsoverdracht? Neem dan gerust contact met ons op.

Reparatie Successiewet n.a.v. arrest HR over breukdelengemeenschap

Bij einde van een huwelijk door echtscheiding of overlijden, hebben echtgenoten in beginsel recht op 50% van de huwelijksgoederengemeenschap. Het is civielrechtelijk mogelijk om hiervan af te wijken en een andere verdeling overeen te komen (bijvoorbeeld 90/10). Hiermee kan mogelijk erf- of inkomstenbelasting worden bespaard. Het kabinet vindt dit onwenselijk en stelt voor om hetgeen een echtgenoot bij ontbinding meer verkrijgt dan 50% van de gemeenschap, te belasten met erf- of schenkbelasting. Let op: ook verrekenbedingen in een samenlevingsovereenkomst voor ongehuwden gaan hieronder vallen. Bestaande situaties zijn uitgezonderd.

 

Tip:

Benieuwd naar welke besparingsopties nog wel mogelijk zijn? Neem dan gerust contact met ons op voor een passend advies.

Verhoging btw-tarief logies (per 1 januari 2026)

Het verlaagde btw-tarief van 9% voor logies wordt afgeschaft. Vanaf 1 januari 2026 geldt het algemene tarief van 21% voor hotelovernachtingen, vakantieparken, pensions, verhuur via platforms, gemeubileerde vakantiewoningen en kort verblijf voor studenten, werknemers en asielzoekers. Kamperen blijft uitgezonderd.

 

Een overgangsregeling bepaalt dat het tarief van toepassing is op het moment dat de prestatie plaatsvindt. Hierdoor vallen ook vooruitbetaalde boekingen in 2025 die betrekking hebben op 2026 onder het 21%-tarief.

Aanpassing vrijstelling van btw bij sociale of culturele diensten

Normaal gesproken zijn leveringen en diensten van culturele of sociale aard vrijgesteld van btw, maar alleen wanneer de instelling geen winstoogmerk heeft. Met het nieuwe wetsvoorstel wordt deze beperking losgelaten: ook instellingen die wél winst beogen kunnen vanaf 2026 gebruikmaken van de btw-vrijstelling, mits zij voldoen aan de overige voorwaarden.

Herzieningsregeling voor investeringsdiensten (per 1 januari 2026)

Vanaf 2026 geldt een herzieningsregeling voor zogenoemde ‘onroerende investeringsdiensten’ met een waarde van ten minste € 30.000. Hieronder vallen diensten (inclusief materialen en installaties) die een onroerende zaak duurzaam ten goede komen.

 

De aftrek van btw moet gedurende een periode van vijf jaren worden gevolgd. Als het gebruik van de onroerende zaak in die periode wijzigt, kan dit leiden tot:

  • terugbetaling van (een deel van) de eerder afgetrokken btw, indien het gebruik minder btw-belast wordt, of
  • extra aftrek indien het gebruik meer btw-belast wordt.

Deze regeling moet constructies tegengaan waarbij tijdelijke btw-belaste verhuur werd gebruikt
om volledige aftrek van btw op verbouwingskosten te verkrijgen.

Wetsvoorstel CBAM

Het mechanisme voor koolstofgrenscorrectie – ofwel Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) – wordt per 1 januari 2026 operationeel. Vanaf dat moment moeten importeurs toegelaten CBAM-aangever zijn om CBAM-goederen te mogen importeren en gaan zij een prijs betalen voor de broeikasgassen die zijn uitgestoten bij de productie van de door hen ingevoerde CBAM-goederen.  Hiervoor moeten CBAM-certificaten worden aangeschaft bij de Minister van Financiën.

Aangescherpte fiscale behandeling van lucratief belang vanaf 2026

Een lucratief belang is een vorm van aandelenbezit waarbij iemand (vaak een manager of werknemer) aandelen of rechten krijgt die een extra hoog rendement kunnen opleveren, bijvoorbeeld bij verkoop of winstuitkering.

Dit hoge rendement wordt dan aangemerkt als een beloning voor arbeid en daarom belast in box 1 tegen het forfaitaire tarief van maximaal 49,5%.

 

Indien de lucratief belang aandelen via een persoonlijke houdstervennootschap worden gehouden mag de belastingheffing in plaats van in box 1 (tot 49,5%) in box 2 (tegen maximaal 31%) plaatsvinden, als minimaal 95% van het voordeel in hetzelfde jaar als dividend wordt uitgekeerd aan de aandeelhouder in privé.

 

Er is voorgesteld om per 1 januari 2026 via een zogeheten multiplier het tarief in box 2 voor lucratieve belangen te verhogen naar maximaal 36%. Daarnaast wordt een nieuwe regeling voorgesteld die voorkomt dat belastingplichtigen met een lucratief belang via een verliesconstructie belasting kunnen ontwijken.

 

De regels omrent het lucratief belang zijn complex en een goede structurering is van belang om geen extra belastingheffing verschuldigd te zijn. Bij enige twijfel of er sprake is van een lucratief belang of omtrent de structurering, is het raadzaam om advies in te winnen.

EU-richtlijn gegevensuitwisseling minimumbelasting (DAC9)

Vanaf 1 januari 2026 geldt een versoepeling voor grote multinationale ondernemingen (omzet > € 750 miljoen). Zij hoeven hun bijheffing-informatieaangifte nog maar in één EU-lidstaat in te dienen. Die lidstaat zorgt vervolgens voor de automatische uitwisseling van gegevens met andere landen.

Voor bedrijven betekent dit: minder dubbele rapportage, maar wel meer transparantie richting belastingdiensten in de EU.

 

Let op: De eerste aangiften moeten uiterlijk 30 juni 2026 worden ingediend.

Tweede aanpassing Wet minimumbelasting 2024

De Wet minimumbelasting 2024, die zorgt dat multinationale en grote binnenlandse groepen minimaal 15% belasting betalen, wordt opnieuw aangepast. Deze tweede wijziging volgt de nieuwste OESO-richtsnoeren en bevat vooral technische verduidelijkingen:

  • Nieuwe regels voor doorkijk- en hybride entiteiten.
  • Afstemming voor entiteiten met een afwijkend boekjaar.
  • Strakkere regels rond waardeverminderingen en belastinglatenties.
  • Verduidelijkingen bij de tijdelijke safe harbour-regeling.

Een deel van de wijzigingen werkt terug tot 31 december 2023, andere onderdelen gelden vanaf 31 december 2025.

Versoberen ETK-regeling

Werkgevers kunnen aan werknemers de extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het onbelast te vergoeden. Voor de onbelaste vergoeding van deze extraterritoriale kosten (ETK) zijn er twee regelingen: een forfaitaire regeling (de expatregeling) en een regeling op basis van de werkelijke extraterritoriale kosten (ETK-regeling).

 

Er wordt voorgesteld dat de (ETK-regeling) de extra kosten van levensonderhoud ten opzichte van het herkomstland en de extra kosten van privégesprekken van een inkomende werknemer met het herkomstland niet langer onbelast vergoed kunnen worden.

Algemene disclaimer:

Een groot aantal van de bovengenoemde voorstellen zijn onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2026. De Eerste en Tweede Kamer moeten deze voorstellen nog goedkeuren.

Vragen?

Laat je gegevens achter en wij nemen zo spoedig mogelijk contact met je op:

 

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Uiteraard is ieder advies uiteindelijk maatwerk, dus neem gerust vrijblijvend contact met ons op om te bespreken welke impact de (voorgenomen) wijzigingen hebben op jouw situatie.

 

Snel contact met één van onze collega’s? Laat hier je gegevens achter.

drs. Armand Fanchamps RB

Btw- en overdrachtsbelastingspecialist

0481-36 58 20 a.fanchamps@bonsenreuling.nl Stuur een bericht

Meer weten over wat we allemaal doen?

Plan een afspraak met één van onze specialisten.

Contact opnemen