Box 2-tarief verlaging naar 31%

Het schijvenstelsel blijft in 2025 behouden, maar het kabinet stelt voor om het tarief van de tweede schijf van box 2 van 33% te verlagen naar 31%.

Box 3-tarief blijft 36%

Tegen de verwachtingen in blijft het huidige box 3-tarief van 36% ongewijzigd.

Aanpassing generieke renteaftrekbeperking

In de vennootschapsbelasting geldt momenteel een renteaftrekbeperking, de zogeheten earningsstrippingregeling. Rente is niet aftrekbaar voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen rente meer bedraagt dan 20% van de winst en meer dan € 1.000.000 (de drempel).

 

Met ingang van 1 januari 2025 wordt het percentage van 20% verhoogd naar 25%. Deze versoepeling laat dus meer ruimte voor renteaftrek.

 

Tegenover deze versoepeling staat ook een versobering specifiek voor vastgoedlichamen, waarbij het drempelbedrag van € 1.000.000 niet van toepassing is. Dit betekent dus dat voor zover het saldo van verschuldigde en ontvangen rente in deze gevallen meer bedraagt dan 25% van de winst, de rente in aftrek wordt beperkt ongeacht of het saldo van de rente minder is dan € 1.000.000.

 

Tip:

Breng voor 1 januari 2025 in kaart of sprake is van een vastgoedlichaam en of het saldo aan renten meer bedraagt dan 25% van de winst. Mogelijk kan nog geanticipeerd worden om de nadelen te voorkomen of beperken.

Per 1-1-2026: 8%-tarief overdrachtsbelasting voor woningen

In de miljoenennota is opgenomen dat het tarief binnen de overdrachtsbelasting voor woningen wordt verlaagd van 10,4% naar 8%. Er is geen wetsvoorstel opgenomen in het Belastingplan 2025.

 

In de miljoenennota is pas vanaf 1-1-2026 rekening gehouden met budgettaire effecten, wij gaan ervan uit dat de tariefwijziging niet eerder dan per 2026 ingaat.

Aanvullende heffing overdrachtsbelasting bij aandelentransacties in vastgoedrechtspersonen

Tot 1 januari 2025 blijft het onder voorwaarden mogelijk om aandelen in een vastgoedrechtspersoon te verkrijgen zonder btw en zonder overdrachtsbelasting. Vanaf 1 januari 2025 geldt een (aanvullende) heffing van 4% overdrachtsbelasting (naast de niet-aftrekbare btw op de kosten in de vennootschap) wanneer:

  • Het gaat om de verkrijging van aandelen in vastgoedrechtspersonen (vennootschappen met als doel verhuur- en verkoop van onroerende zaken en waarvan de bezittingen meer dan 50% bestaan uit onroerende zaken, waarvan tenminste 30% in Nederland).
  • De onroerende zaken in deze vennootschap minder dan 2 jaar in gebruik zijn.
  • De onroerende zaken voor minder dan 90% voor btw-aftrekgerechtigde doeleinden worden gebruik (denk aan woningen, scholen en ziekenhuizen.

Overdrachtsbelasting kavelruilvrijstelling

De kavelruilvrijstelling kan vanaf 2025 niet langer worden toegepast op de verkrijging van woningen of rechten waaraan deze zijn onderworpen. Alleen agrarische bedrijfswoningen worden van deze uitsluiting uitgezonderd. De vrijstelling blijft gelden voor andere opstallen die voor ten minste 90% bedrijfsmatig voor de landbouw gebruikt worden en er – uitzonderingen daargelaten – geldt een voorzettingseis van tien jaar.

Overdrachtsbelasting – uitbreiding sleutelverklaring onder voorwaarde geen verkrijging

Als een particulier voor een woning naast een koopovereenkomst de toestemming of toegang krijgt om in of aan de gekochte woning, lidmaatschapsrecht en tot de woning behorende aanhorigheden (schuur, tuin, etc.) werkzaamheden te verrichten of te laten verrichten, voordat de notariële akte is gepasseerd, is dit geen verkrijging van een economische eigendom. Daarmee is heffing van overdrachtsbelasting ook niet aan de orde. Dit onder de voorwaarde dat de woning binnen zes maanden na de toestemming of toegang wordt verkregen.

Salderingsregeling zonnepanelen

De salderingsregeling wordt per 1 januari 2027 volledig afgeschaft. Dit betekent dat bezitters van zonnepanelen vanaf die datum hun opgewekte stroom niet meer kunnen verrekenen met hun verbruikte stroom. De regeling wordt in één keer stopgezet, zonder een geleidelijke afbouw.

Afschaffen geven uit de vennootschap en giftenaftrek vennootschapsbelasting

Voorgesteld wordt om per 1 januari 2025 de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting te laten vervallen, waardoor niet zakelijke giften niet langer ten laste van fiscale winst kunnen worden gebracht.

De giftenaftrekregeling in de inkomstenbelasting blijft voor heden nog ongewijzigd, maar wordt beoogd om in 2028 te uniformeren.

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

Het kabinet heeft vorig jaar al diverse aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting en de doorschuifregeling van de box 2-claim in de inkomstenbelasting aangekondigd. Enkele onderwerpen zijn dit jaar nader uitgewerkt. De belangrijkste voorgestelde aanpassingen zijn als volgt:

 

Maatregelen per 1 januari 2025

  • Het bedrag dat voor 100% is vrijgesteld, wordt verhoogd van € 1.325.253 naar € 1.500.000. Voor het meerdere aan ondernemingsvermogen geldt nu nog een vrijstelling van 83%. Dit percentage wordt verlaagd naar 75%.
  • De termijn waarop de onderneming na vererving of schenking voortgezet moet worden, wordt verkort van 5 jaar naar 3 jaar.
  • Bedrijfsmiddelen die zowel zakelijk als privé worden gebruikt kwalificeren nog slechts voor de BOR voor zover de middelen daadwerkelijk binnen de onderneming worden gebruikt.
  • De dienstbetrekkingseis die als doel heeft om de BOR alleen van toepassing te laten zijn voor situaties waarin de verkrijger daadwerkelijk betrokken is bij de onderneming, komt te vervallen.
  • Er wordt een minimumleeftijd van 21 jaar ingevoerd voor de verkrijger.
  • De geldende doelmatigheidsmarge van 5% voor beleggingsvermogen wordt voor de schenk- en erfbelasting volledig afgeschaft. Voor de inkomstenbelasting zal het tijdstip van afschaffing later bepaald worden.

 

Maatregelen per 1 januari 2026

  • De toegang tot de BOR wordt beperkt tot reguliere aandelen met een belang van 5% in het geplaatst kapitaal. De BOR blijft gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven.
  • Onbedoeld gebruik van de BOR via zogenoemde constructies als ‘dubbel BOR’ en ‘rollatorinvesteringen’ worden aangepakt.
  • De mogelijkheden tot het doen van herstructureringen gedurende de bezits- en voortzettingstermijn worden versoepeld.

 

Tip:

De voorgestelde wijzigingen in de bedrijfsopvolgingsregeling kunnen zowel positief als negatief uitpakken. Het is verstandig om samen met jouw adviseur een tijdspad te bepalen om jouw fiscaal optimale bedrijfsopvolging vorm te geven. Voor ondernemingen met een waarde van meer dan € 1,9 miljoen is het over het algemeen voordeliger om de BOR dit jaar nog te benutten en niet te wachten tot 2025.

Expatregeling

De eerdere versobering wordt teruggedraaid. Dit houdt in dat per 1 januari 2027 de maximale belastingvrije vergoeding een vast percentage van 27% zal zijn. In de jaren 2025 en 2026 blijft voor alle ingekomen werknemers een percentage van 30% van toepassing.

 

Daarnaast wordt de salarisnorm verhoogd van € 46.107 naar € 50.436 (prijzen 2024), en voor werknemers jonger dan 30 jaar met een masterdiploma stijgt de norm van € 35.048 naar € 38.338 (prijzen 2024).

Aanpassing dubbeltelling excessief lenen

Onder de wet Excessief Lenen wordt lenen van de eigen BV voor een bedrag boven € 500.000 (drempel 2024) beschouwd als een fictief voordeel voor box 2. Als een belastingplichtige leent van de BV via een samenwerkingsverband (zoals een VOF, CV of maatschap) kan in specifieke situaties sprake zijn van een dubbeltelling.

 

Deze ongewenste dubbeltelling wordt met de nieuwe wetgeving hersteld.

 

Tip!

De grens voor Excessief Lenen bedraagt per 31 december 2024 € 500.000 en is daarmee € 200.000 lager dan de grens in 2023 van € 700.000. Mocht(en) de lening(en) vorig jaar tot € 700.000 zijn teruggebracht, anticipeer dan tijdig op deze verdere verlaging.

 

Verder wijzen wij er graag op dat recent discussie is ontstaan over de vraag of de Wet Excessief Lenen mogelijk in strijd is met Europees recht. Indien je over 2023 een aanslag inkomstenbelasting hebt gekregen waarin de Wet Excessief Lenen tot een fictief voordeel leidt, attenderen wij je op de mogelijkheid om ter behoud van rechten bezwaar te maken tegen deze aanslag inkomstenbelasting. Desgewenst kunnen wij dit bezwaarschrift voor je opstellen.

Herstellen samenloop kwijtscheldingswinstvrijstelling en verliesverrekeningsregels

Per 2025 zal de samenloop van de kwijtscheldingswinstvrijstelling en de verliesverrekeningsregels niet meer lijden tot een vennootschapsbelasting-heffing over de kwijtscheldingswinst. Deze maatregel ziet slechts op vennootschapsbelasting-lichamen welke een kwijtschelding van € 1 miljoen hebben en nog verrekenbare verliezen van € 1 miljoen.

Eindheffing bestelauto

Als bestelauto’s doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers is lastig vast te stellen aan wie de bestelauto voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. Voor deze bestelauto’s wordt het privévoordeel vastgesteld op een vast bedrag van € 300 per jaar dat door middel van een eindheffing door de werkgever wordt betaald. De eindheffing wordt vanaf 2025 vastgesteld op € 439 en deze wordt vervolgens vanaf 2026 jaarlijks geïndexeerd.

Tarief motorrijtuigenbelasting (MRB) volledig elektrische personenauto’s

De volledige MRB-vrijstelling komt vanaf 2026 te vervallen. In 2026 zal nog wel een tariefkorting van 25% gelden ten opzichte van het reguliere tarief. De tariefkorting zal tot en met 2029 wel jaarlijks afgebouwd worden.

Toepassing objectvrijstelling ten aanzien van buiten beschouwing blijvende vaste inrichting
(atad 2 – maatregel)

De implementatie van ATAD2 (Anti-Tax Avoidance Directive 2) zorgt ervoor dat buitenlandse vaste inrichtingen die niet erkend worden door een andere staat, onder de Nederlandse belastingheffing vallen. Dit moet mismatches bestrijden, waarbij bepaalde winsten buiten beschouwing zouden blijven. Echter, in sommige gevallen leidt dit tot dubbele belastingheffing, wanneer de winst van deze inrichtingen zowel in Nederland als in de andere staat wordt belast. Dit is niet in lijn met het doel van ATAD2, dat juist dergelijke mismatches wil neutraliseren. De voorgestelde aanpassing zorgt ervoor dat de objectvrijstelling alsnog van toepassing is als de winst in de andere staat aan belasting onderhevig is, om zo dubbele belasting te voorkomen.

Aanpassing facultatieve inhoudingsvrijstelling dividendbelasting

De voorgestelde wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965 gaat over het aanpassen van de keuzemogelijkheid voor een inhoudingsvrijstelling. Momenteel kan een Nederlands bedrijf dat dividend uitkeert ervoor kiezen om dividendbelasting in te houden, zelfs als er een vrijstelling geldt. In deelnemingssituaties en binnen een fiscale eenheid is deze vrijstelling optioneel. Deze optionele inhoudingsvrijstelling wordt een verplichte inhoudingvrijstelling. Een belangrijk gevolg is dat aandeelhouders ten laste van wie dividendbelasting is ingehouden voortaan bezwaar kunnen indienen tegen de inhouding. Zij krijgen op die manier toegang tot de belastingrechter.

Kleineondernemersregeling (KOR) 2024

Ondernemers met een btw-belaste omzet in Nederland onder de € 20.000 kunnen de kleineondernemersregeling (KOR) aanvragen en daarna toepassen. Momenteel kunnen zij deze regeling niet gebruiken voor activiteiten in andere EU-lidstaten. Nadeel van het toepassen van de KOR is dat btw op kosten niet aftrekbaar is. Eenmaal aangemeld voor de KOR, moet de KOR (btw-vrijstelling) minimaal 3 jaar worden toegepast, tenzij de drempel wordt overschreden.

 

Wijzigingen vanaf 1 januari 2025:

Vanaf 1 januari 2025 kunnen ondernemers de KOR voor alle omzet in de EU gebruiken, mits:

  1. De jaaromzet in de gehele EU onder de € 100.000 blijft.
  2. De omzet in de andere EU-lidstaten overschrijdt niet de KOR-omzetdrempel van die lidstaat. In Nederland blijft de KOR-drempel € 20.000. Is de btw-belaste omzet hoger dan deze drempel, dan moet hiervan melding worden gedaan bij de Belastingdienst en dient btw aangegeven/afgedragen te worden.
  3. Ondernemers kunnen op elk moment afzien van de KOR. Na afmelding kan de ondernemer gedurende het lopende kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar niet opnieuw voor de KOR worden aangemeld.

Tarief van 9% naar 21%

De volgende categorieën worden verwijderd uit het verlaagde tarief, waardoor 21% gaat gelden voor de levering vanaf 1 januari 2025 voor:

  • granen en peulvruchten, niet bedoeld als eten en drinken voor menselijke consumptie
  • pootgoed bestemd voor de teelt van groenten en fruit
  • rundvee, schapen, geiten en varkens
  • andere dieren dan rundvee, schapen, geiten en varkens die kennelijk zijn bestemd voor de voortbrenging of de productie van de hiervoor bedoelde voedingsmiddelen of die kennelijk zijn bestemd voor gebruik in de landbouw, alsmede dieren die kennelijk zijn bestemd voor het fokken van die dieren
  • slachtafval van de twee hiervoor genoemde categorieën dieren
  • goederen die kennelijk zijn bestemd voor de voortplanting van de onder a en b vallende dieren
  • beetwortelen
  • land- en tuinbouwzaden voor zover dienende voor de teelt van de in deze tabel genoemde producten en oliehoudende zaden
  • rondhout
  • stro en veevoeders
  • vlas
  • wol, ruw en ongewassen

Btw-herziening investeringsdiensten
per 1-1-2026

Btw op diensten verricht aan een of meer onroerende zaken met een waarde boven de € 30.000 (dienstbaar aan meerdere jaren) moet in het boekjaar van aanschaf én de 4 daaropvolgende jaren worden gevolgd. Als het gebruik van de onroerend zaak waarin is geïnvesteerd verandert in het jaar van ingebruikname of in de vier daaropvolgende jaren, kan dit leiden tot:

  • Terugbetaling van btw als het gebruik minder btw-belast wordt.
  • Extra btw-aftrek als het gebruik meer btw-belast wordt.

 

Investeringsdiensten zijn: diensten (inclusief materialen, installaties, machines en werktuigen) aan een of meer onroerende zaken die deze laatste meerjarig ten goede komen. Na installatie of montage is de dienst opgegaan in de onroerende zaak.

 

Deze maatregel is ingevoerd om ‘constructies’ met kortlopende btw-belaste verhuur – met aftrek van btw op alle verbouwingskosten – minder aantrekkelijk te maken. Er zal grofweg 5 jaar btw-belast verhuurd moeten worden, om herziening van btw te voorkomen.

 

Tot 1 januari 2026 blijft de huidige wetgeving van toepassing. Dat betekent ook dat de genoemde ‘constructie’ tot die tijd mogelijk is. Om geen problemen (achteraf) te hebben, is zorgvuldige uitvoering noodzakelijk.

Btw-heffing per 1 januari 2026: 21% voor bepaalde prestatie waarvoor nu het 9% geldt

Vanaf 1 januari 2026 geldt het 21%-btw- tarief voor de hierna opgesomde categorieën, waar nu nog het 9%-btw-tarief van toepassing is. Voor elke categorie is een aantal voorbeelden gegeven (deze opsomming is niet uitputtend):

  • Kunst: invoer en levering van kunstvoorwerpen.
  • Boeken: inclusief (digitale) fotoboeken, stripboeken, kleurboeken, dag- en weekbladen, en het (digitaal) uitlenen van boeken.
  • Sport: gebruik van sportfaciliteiten en baden, en toegang tot sportwedstrijden en demonstraties. Dit geldt alleen voor commerciële uitgeoefende sportfaciliteiten.
  • Logies: hotels, vakantieparken, verhuur van accommodatie via platforms, pensions, verhuur van gemeubileerde vakantiewoningen en stacaravans, en kort verblijf voor studenten, werknemers, en asielzoekers.(Let op dit geldt niet voor kamperen)
  • Culturele activiteiten: toegang tot musea, muziek- en toneeluitvoeringen (inclusief concerten, festivals, dansvoorstellingen, musicals, en cabaret), en optredens van uitvoerende kunstenaars.

 

Om te voorkomen dat vooruitbetalingen in 2024 onder het verlaagde tarief zou blijven vallen is een overgangsbepaling opgenomen. Deze stelt dat het btw-tarief geldt van het moment dat de prestatie plaatsvindt, ongeacht het moment van betaling.

Algemene disclaimer:
Een groot aantal van de bovengenoemde voorstellen zijn onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2025. De Eerste en Tweede Kamer moeten deze voorstellen nog goedkeuren.

 

Vragen?

Laat je gegevens achter en wij nemen zo spoedig mogelijk contact met je op:

 

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Uiteraard is ieder advies uiteindelijk maatwerk, dus neem gerust vrijblijvend contact met ons op om te bespreken welke impact de (voorgenomen) wijzigingen hebben op jouw situatie.

 

Snel contact met één van onze collega’s? Laat hier je gegevens achter.

drs. Armand Fanchamps RB

Btw- en overdrachtsbelastingspecialist

0481-36 58 20 a.fanchamps@bonsenreuling.nl Stuur een bericht

Meer weten over wat we allemaal doen?

Plan een afspraak met één van onze specialisten.