De inspecteur haalde een arrest van de Hoge Raad uit 2019 aan ter onderbouwing van het standpunt dat de gastenkamers woongedeelten zijn. In dat arrest oordeelde de Hoge Raad dat de daar feitelijk beschreven appartementen in een B&B zijn aan te merken als woningen. De rechtbank merkt op dat in die zaak de gastenkamers beschikten over een afzonderlijke toegang en een eigen kookgelegenheid met de mogelijkheid voor een zelfstandig verblijf. De feiten in deze zaak wijken af van die in het arrest.
De inspecteur heeft ten onrechte de KIA gecorrigeerd. De rechtbank heeft de opgelegde navorderingsaanslag vernietigd.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLINLRBZWB20224689, 21/2581 | 09-08-2022