Wettelijk minimumloon
Het wetsvoorstel bevat een van de Wet WIA afwijkend arbeidsongeschiktheidscriterium. Omdat de verzekering aansluit bij het wettelijk minimumloon, is bepalend voor het recht op uitkering het antwoord op de vraag of de zelfstandige in staat is om met werk het wettelijk minimumloon te verdienen. Als dat het geval is, heeft de zelfstandige geen recht op uitkering. Er geldt een wachttijd van één jaar.
Uitkeringsgrondslag
De uitkering bedraagt 70% van de uitkeringsgrondslag, maar niet meer dan het wettelijke minimumloon. De uitkeringsgrondslag is de belastbare winst uit onderneming, vermeerderd wordt met de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling. De premiegrondslag is gelijk aan de uitkeringsgrondslag. Het UWV stelt jaarlijks het premiepercentage vast. Dit gebeurt voor de start van het kalenderjaar. De premie wordt zo vastgesteld dat deze, samen met de stabiliteitsbijdrage, structureel dekkend is voor de publieke uitkeringslasten, de re-integratiekosten en de uitvoeringskosten. Naar schatting komt de premie uit op ongeveer 6,5%. De maximale premie bedraagt dan, uitgaande van de huidige hoogte van het minimumloon, ongeveer € 195 per maand.
De consultatie sluit op 23 juli.